Varens: ideaal in de stad

Varens: ideaal in de stad

Als je varens een karaktereigenschap zou moeten toe eigenen is het “rust en verlegenheid”: varens houden van een plek in de schaduw. Maar aangezien wij altijd al een boon hebben gehad voor de underdog, zetten we deze kleinmoedige plant in de kijker. 

Een stadstuin met veel schaduw?
No worries!

Onze slimme stadstuiniers willen het graag weten: een schaduwtuin, een klein balkonnetje of een groot balkon met varens is het summum van rust en sierlijkheid. Beeld het je in. Je meest voorkomende stadstuin met een vijvertje, wat schaduw en varens, en je hebt een zen-hoekje waar je glurende buren groen van zouden zien. Je zou bijna durven denken dat de eigenaars van een grote en zonnige tuin in de Kempen willen verhuizen naar de stad.

Varens staan ook erg mooi bij een moderne stadstuin, met hun architecturale look. Je kunt er een geweldige junglesfeer mee oproepen, niet toevallig groeien de meeste varens in het regenwoud. Hun plek is onderaan in het regenwoud en verkiezen daarom ook schaduw/half schaduw.

Toch zijn varens geen kasplantjes, integendeel, veel soorten weerstaan probleemloos onze vrieskou, en ze hebben zelden last van ziektes. Bij ons leven tal van varens in het wild, van de piepkleine muurvaren tot de imposante adelaarsvaren.

Een echte plantrekker. 

Heb je maar een heel klein schaduwplekje? Aarzel niet, en plant de bijzondere wijfjesvaren Athyrium niponicum var. pictum. Het is een echte schoonheidskoningin, die schittert met zilveren blad en rozerode nerven – niet toevallig wordt ze ook wel eens de regenboomvaren genoemd. Je hebt tal van varianten, met wat meer metaalkleur of meer rood, zoals ‘Silver Falls’, ‘Ursula’s Red’ en ‘Wildwood Twist’.

De koningsvaren (Osmunda regalis) is ideaal voor een natte plek, bijvoorbeeld aan de rand van een vijver of poel, in de volle zon (ja, sommige varens doen het ook goed in de zon!) of halfschaduw. In de herfst verkleurt het imposante, 1,5 meter lange blad prachtig roodbruin.

Wil je zijn verlegen kantje inruilen voor een echte showqueen? ‘Purpurascens‘ is in de lente ook nog eens schitterend purper.

Dan heb je ook nog de smalle stekelvaren (Dryopteris carthusiana) en de eikvaren (Polypodium vulgare) het erg goed. Je vindt deze laatste zelfs terug in oude muurtjes en restjes puin. Of hoe een ‘vuil’ hoekje in je stadstuin toch een romantisch tintje kan krijgen.

Heb je een wat vochtige schaduwhoek waar veel onkruid groeit, zet er dan struisvarens (Matteuccia struthiopteris), ze gaan zelfs de concurrentie met brandnetels aan. Hun bladeren worden wel 1,5 meter hoog – al even indrukwekkend als de pluimen van een struisvogel, waar ze hun naam aan danken. In de lente, wanneer de bladeren zich uit het bruine (niet groenblijvend), knobbelige hart ontrollen, is er geen mooier groen dan dit.

Ook venushaar (Adiantum venustum), een van de meest delicate varentjes voor de stadstuin, vormt met zijn wortelstokjes een prachtig tapijt. Laat je niet misleiden: hoe fragiel hij er ook uitziet, hij is bijzonder winterhard.

De underdog op zijn best.

Varens houden van vocht, maar sommige doen het verbazingwekkend goed op een droge plek. En dat is geweldig nieuws voor je stadstuin die veel zon krijgt. Zo steelt de mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas) op een droge schaduwplek met zijn immense bladeren de show – ruik aan het blad, het geurt naar vers hooi. Ideaal voor de stadstuinier die af en toe wegdroomt van een boerderij. Het is een van de gemakkelijkste tuinplanten, die het op veel plekken goed doet, en niet woekert. Zie je in onze bossen hoge varens, dan is het bijna zeker deze.

De inheemse wijfjesvaren (Athyrium filix-femina) groeit op het donkerste plekje van je tuin (ze kan heel veel schaduw hebben), maar wil wel een beetje vocht; kurkdroog is lastig, voor deze varen.

Groen, het hele jaar door.

Dertig tot veertig procent van alle varens blijft in de winter groen, en dat is een geweldige troef, zeker voor een stadstuin, waar je hartje winter best wat kleur kunt gebruiken. Met een eikvaren, dubbelloofvaren of naaldvaren (Polystichum setiferum) hou je je uitzicht het jaar rond levendig. Ook Polypodium cambricum ‘Falcatum O’Kelly’ blijft in een zachte winters groen.

Wil je voor atypisch gaan? De tongvaren heeft een speciaal varenblad: niet geveerd, maar plat en smal, als een lange tong. Plant hem wel in de schaduw, in de zon krijgt hij zonnebrand. De varianten met ‘Crispum’ in de naam zien er het grappigst uit, met ‘tongen’ met gegolfde randen. Zet ze in als blikvanger voor de winter, dan komen ze het best tot hun recht. 

Naar veel varens heb je geen omkijken. Vele van jullie hebben geen groene vingers, dat maakt ook niet uit. Je kan probleemloos de inheemse stijve naaldvaren (Polystichum aculeatum) in je tuin houden. Die blijft de hele winter ook nog mooi groen, en overleeft zelfs in de donkerste schaduw, zolang de bodem voldoende vochtig is. Zet hem gerust in een pot op het meest schaduwrijke plekje van je balkon of terras.

Voor tarzan en Jane: een oerwoud op je stadsterras.

We  hebben het al vaak over stadstuinen gehad maar voor al onze terrasgangers, we zijn jullie niet vergeten. Voor een schaduwrijk terras of balkon, ga je voor de wintergroene naaldvaren ‘Plumosum’, met fijne, pluimachtige bladeren, de mannetjesvaren, en het dubbelloof (Blechnum spicant). Plant ze in potgrond die je voor de helft met bladaarde (geen compost!) mengt en geef ze elke week water.

Heb je zelfs geen balkon? Niet getreurd, tussen varens zitten ook prachtige kamerplanten. De subtropische vleugelvaren (Pteris cretica) is tevreden met weinig licht en fleurt met plezier een donkerdere hoek in huis op. Deze is uiteraard niet winterhard en verblijft graag binnen.

Lijken deze varens je wat? Kijk even wat het beste zou gedijen in je stadstuin of stadsterras en bezoek ons aanbod op de webshop.

Het Urban Jungle Team.

Meer stadstuinier Tips & tricks

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Etiam vel risus imperdiet, gravida justo eu.

@keramic.store

Follow Us :